[사람] reisgenoot (
Het reisgezelschap bestond uit 5 mensen.
동행은 5인이었다
[함께 가는 것] het samen ergens naar toe gaan, het samen reizen
•
Laat u me met u meegaan.
동행케 해 주시오
De politieagent liep met hem mee tot aan [nam hem mee naar] het politiebureau.
경찰관은 그 사람을 경찰서까지 동행했다
위 내용에 대한 저작권 및 법적 책임은 자료 제공사 또는 글쓴이에 있으며 Kakao의 입장과 다를 수 있습니다.