[자리에] gaan zitten, plaats nemen
het zittende werk
앉아서 하는 일
in bed overeind zitten
요 위에 앉다
aan het bureau zitten
책상에 앉다
rechtop zitten
바로 앉다
gemakkelijk zitten
편하게 앉다
op zijn knieën zitten
무릎을 꿇고 앉다
Gaat u zitten.
자 앉으시오
[지위에] een post/rang bekleden
een hoge post bekleden
좋은 자리에 앉다
de troon bestijgen
왕위에 앉다
Hij heeft het aan zijn vader te danken dat hij een hoge positie heeft in het bedrijf.
그가 회사에서 좋은 자리에 앉아있는 것은 아버지 덕택이다
[새 따위가] neerstrijken, neerkomen, zitten; broeden (보금자리에)
Er zit een vogel op de boomtak.
새가 나뭇가지에 앉아 있다
Er zitten een paar mussen in de boom.
나무에 몇 마리의 참새가 앉아 있다
Er zit een vlieg op het plafond.
천장에 파리가 앉아 있다
[건물 따위가] gesitueerd zijn, gelegen zijn
Je huis is mooi gelegen.
너의 집은 잘 앉았다
Dit gebouw is niet mooi gelegen.
이 건물은 잘못 앉았다
[먼지, 딱지 따위가] (zich) vormen
Op de zwelling vormde zich een korst.
종기에 딱지가 앉았다
Op het bureau lag stof./ Op het bureau had zich een laag stof gevormd.
책상에 먼지가 앉았다
over zich heen laten komen, werkloos toezien
Laat je dat allemaal gewoon over je heen komen?
앉아서 당하고만 있을 건가요?
위 내용에 대한 저작권 및 법적 책임은 자료 제공사 또는 글쓴이에 있으며 Kakao의 입장과 다를 수 있습니다.