네덜란드어

시제

maakte op, heeft opgemaakt...

maakte op, heeft opgemaakt

• een proces- verbaal ~

  조서[기록을]를 작성하다

• een inventaris van iets ~

  무엇의 목록을 작성하다

• de kas ~

  현금 재고표를 만들다

• iets ~ uit iets

  무엇으로부터 무엇을 결정하다

• we zullen vandaag maar alles~

  우리는 오늘 모든 것을 다 먹어 치울 것이다

• ik heb al mijn zakgeld opgemaakt

  나는 내 용돈을 모두 써버렸다

• een sloot ~

  도랑을 준설하다(도랑물밑을 치다)

• het bed ~

  침대를 정리하다

• het ~ van een krant

  신문 지면 배정

• deeg/boter ~

  밀가루 반죽을/버터를 마지막 손질을 가하여 원하는 형태를 만들다

• taarten ~

  케이크를 장식하다

• het haar ~

  머리를 매만지다[손질하다]

• een hoed ~

  모자를(깃털 따위로) 장식하다

• zij is erg opgemaakt vandaag

  그녀는 오늘 아주 화장을 짙게 했다

• hij maakte zich op om te vertrekken

  그는 떠날 채비를 하였다