네덜란드어

een draad ~

줄을 (팽팽하게) 잡아당기다

een snaar ~

헌(줄)을 팽팽하게 하다

een net ~

그물을 펴다

dat spant de kroon

그것은 모든 것을 능가하고 있다

een zaag ~

톱날을 (고정나사 따위로) 죄다

je spieren ~

근육을 긴장시키다

een tent ~

텐트를 팽팽하게 펴다

een boog ~

활을 당기다

de boog kan niet altijd gespannen zijn

사람은 늘 일만 해서는 안 되고 쉬기도 해야 한다

de haan van een geweer ~

총의 공기치기를 당기다; 장진하다

het oor ~

긴장을 하고 듣다

met gespannen aandacht

바짝 신경을 써서

op gespannen voet leven

관계가 부자연스럽다

de paarden voor de wagen ~

말을 마차에 매다

de paarden achter de wagen ~

정반대의 짓을 하다

zich ergens voor ~

어디에 전념하다

de hand ~

손을 최대한으로 뻗다

de schoenen ~

구두가 꼭끼다

de broek spant om zijn billen

바지가 넓적다리에 꼭 끼어있다

het zal er ~

일이 가열될 것이다

dat zal ~

그것은 필자가 의문스럽다

het zal erom ~ wie er wint

팽팽한 경기가 될 것이다