[물, 하늘에] drijven, (zacht, op en neer) dobberen
wolken drijven in de lucht
하늘에 구름이 뜨다
schuim drijft op het water
물에 거품이 뜨다
[해, 별이] rijzen, opkomen
De zon komt op.
해가 뜬다
Een ster verschijnt aan de hemel.
별이 뜬다
De volle maan staat hoog aan de hemel.
보름달이 중천에 떠 있다
[공간적 사이] (ver) uit elkaar liggen, gescheidenzijn/verwijderd van elkaar zijn
Er zit een behoorlijke afstand tussen ons huis en zijn huis.
우리 집과 그의 집은 상당히 사이가 뜨다
[붙어 있던 것이] loskomen/losraken, eraf vallen
De laag oliepapier kwam los van de vloer.
구들장판이 떴다
[돈이] (voor altijd) kwijtraken/kwijt zijn
Het geld dat ik hem heb geleend, ben ik kwijt.
그에게 빌려주었던 돈이 떴다
[연이] loskomen /vrijkomen 〈van een vlieger die met een andere vlieger in de knoop heeft gezeten〉
[열 따위가] stijgen 〈van koorts〉
[인기 따위가] populair worden
Die acteur is de laatste tijd erg populair.
그 탈렌트는 요즈음 잘 뜨고 있다
위 내용에 대한 저작권 및 법적 책임은 자료 제공사 또는 글쓴이에 있으며 Kakao의 입장과 다를 수 있습니다.